Gilles Robin – Crozes Hermitage.

Geschiedenis Domaine Gilles Robin

In 1920 kocht Louis Pasquion, de vader van Albéric Bouvet, de eerste wijngaarden die toen al een uitzonderlijke status genoten. Vandaag de dag omvat het domaine zo’n 18 hectare. Gilles, geïnspireerd door zijn grootvader Albéric Bouvet, heeft in de eerste jaren na de overname in 1996 de verschillende terroirs intensief bestudeerd om tot inzicht te komen van de mogelijkheden. Er staat een 15 hectare Syrah geplant op het plateau Les Chassis, Chêne Vert en Monico. In Les Hauts Chassis staan de Marsanne en Roussane op zo’n 2 hectare.

Er wordt biologisch gewerkt in de wijngaard. Rendementen worden laag gehouden tot zo ‘n 35 hl per hectare. Percelen worden afzonderlijk vergist en er word tot zo’n 70% ontsteelt afhankelijk van het oogstjaar. Gilles ziet steeltjes niet perse als verrijking van de complexiteit. Alle Crozes zijn feitelijk hommages. De papillon aan vrouw en dochter, de Albéric aan zijn grootvader, de 1920 aan zijn overgrootvader.

De enige witte wijn die wordt geproduceerd op het domaine is de Marelles. Deze witte Crozes wordt geassembleerd uit 60% Roussanne en 40% Marsanne. Prachtig om te zien dat men in de restaurants en bistro’s in Tain l’Hermitage tijdens de lunch niets naders besteld dan deze overtuigende wijn van Gilles’ hand. De rendementen zijn gemiddeld  zo’n 22 à 25 HL per hectare.

De Papillon is een wijn afkomstig van cuve. Haast ‘krokant’ in haar fruit is dit een pure, energieke expressie van kwaliteits syrah uit de Noordelijke Rhône.

De Albéric Bouvet krijgt fust om zich te ‘ontplooien’. De druiven afkomstig van Vieilles Vignes van zo’n 50 jaar bieden meer diepte en intensiteit in een rijke tanninestructuur welke meer ‘bewerking’ op het fust krijgt. Gemiddeld een 15 maanden rijping, minimum aan zwavel en ongefilterd gebotteld.

De Cuvée 1920 wordt alleen in de rijkere jaren geproduceerd. De wijn vergt vaak een 18 tot 20 maanden fust.