Clos St. Magdelaine.

Geschiedenis Clos St. Magdelaine

Het schilderachtige vissersdorp Cassis is eeuwenoud en heeft een lange historie. De Grieken arriveerden hier al zo’n 6 eeuwen voor de jaartelling begon. Met hen kwam ook de Ugni blanc en de algehele wijncultuur. Cassis diende door de eeuwen heen als havenplaats en buitenverblijf voor de adel en heeft deze functie ook vandaag de dag niet verloren.

De herkomst Cassis omvat slechts 215 hectaren en slechts 1 commune, Cassis. Clos St. Magdelaine is het oudste wijn producerende domaine en inmiddels bestiert door de vierde generatie in de gestalte van Jonathan en zijn vrouw Aurelie Sack-Zafiropulos. De kwaliteit is de afgelopen jaren zienderogen gestegen mede dankzij het invoeren van een biologische cultuur in de wijngaard met implementatie van bio-dynamische aspecten. ook de outillage in de kelder is zeer up-to-date. De ligging van het domaine en de omringende wijngaarden zijn adembenemend te noemen. Direct op de klif vormt een smalle landtong de thuisbasis, te midden van de woeste zee die tegen de kliffen botst. De zeewind speelt hier een belangrijke rol, en legt zich vast op de schil van de druiven. De wijnen dragen ziltheid in een fris karakter waarin de zon weerspiegelt, met een raffinement en kruidigheid zoals alleen in de Provence kan. Dankzij de kalksteenbodem zijn de wijnen helder transparant, en hebben ze charme. Het maakt ze onweerstaanbaar en verkwikkend.

De rosé is immer schaars daar de afkomst klein te noemen valt en export nauwelijks nodig is gezien de vele bezoekers die de Provence jaarlijks ontvangt (en hun gretige wijnconsumptie). De samenstelling wijzigt in percentage maar is doorgaans gelijke delen Grenache/Cinsault aangevuld met zo’n 20% Mourvèdre. De witte Cassis wordt geassembleerd uit Marsanne, Clairette, Ugni blanc en Bourboulenc. De ‘grand vin’ in de vorm van de Bel-Arme heeft eenzelfde assemblage met iets meer Marsanne maar krijgt een vergisting en lie-rijping op de beroemde Nomblot-eieren.